Mijn interesse in het spoorweg seinwezen begon al jaren vóór de oprichting van The Signal Page. Stations waar seinen tastbaar op het perron stonden waren de kers op de taart. Bijvoorbeeld Amsterdam CS, Utrecht CS, Geldermalsen en Winterswijk.
Vaak betekende dat het hele perron af lopen; verder dan menig trein überhaupt ooit stopte. Maar niet op Winterswijk: dwergsein 74, midden op het perron, tastbaar en bestudeerbaar. Hetzelfde gold voor de vele dwergseintjes op Utrecht Centraal.
Tijdens de verbouwing van Station Baarn in 2009 stond ik ernaast toen alle dwergseinen (610, 621 en 627) verwijderd werden; echter lukte het toen niet om er eentje over te nemen. Ze moesten terug naar producent Vialis voor hergebruik in andere spoorprojecten. Dat was jammer..
Exact tien jaar later lukte het wel. In 2019 kreeg ik van VolkerRail twee dwergseinen en een vertreklicht geschonken uit de ombouw van Zwolle RGS. Later volgde uit de spoorbranche nog een tweede vertreklicht. Ditmaal een klassiek model afkomstig van werkzaamheden op station Roermond. Ik ben de mensen van VolkerRail (in het bijzonder Richard Manifarges en de Noordzeelaan-crew), alsmede diverse medewerkers van ProRail veel dank verschuldigd voor hun gebaar. De seinen zijn weer in bedrijf!
Snel naar: Foto's - Ombouwproject - Video's - Dankwoord
Zoals eerder al genoemd zijn beide dwergseinen (GRS type MF, oftewel Vialis type 7) afkomstig van Zwolle RGS; het oude Rangeer Goederen Station. De huidige naam is RGS-opstelterrein.
Voorzijde van sein 28 (LED) en sein 46 (gloeilamp). |
Zijaanzicht (links 28, rechts 46). |
Zijaanzicht (links 28, rechts 46). |
De achterzijde (links 46, rechts 28). |
Sein 28 beveiligde een opstelspoor in de richting van station Zwolle en heeft moderne LED's als lichtbron van het type VIRLU (tweede generatie LED-unit). Het betreft een zogenaamde retrofit: nieuwe techniek in een oude behuizing. Dit sein is ooit tijdens onderhoud ter plaatse omgebouwd van gloeilampen naar LED-techniek.
Omdat de lenzen geïntegreerd zijn in de LED-unit zelf heeft dit sein aan de buitenzijde alleen een heldere plastic beschermlens, zonder optische functie.
Het binnenwerk van een LED-dwergsein. |
De heldere beschermlens met daarachter de VIRLU LED-unit. |
De VIRLU bestaat uit een aantal onderdelen, waaronder een printplaat en een tweetal optische componenten. De werkspanning ligt tussen de 6 en 10,2 volt.
Een VIRLU LED-unit van de zijkant gezien. |
Achterzijde van een VIRLU. |
Voorzijde van een VIRLU. |
Het middengedeelte van een VIRLU. Zichtbaar zijn de printplaat met LED's en individuele optische componenten. |
Sein 46 stond in de tegenovergestelde richting en betreft een klassiek model dat nog standaard uitgerust is met gloeilampen. Dit zijn heavy-duty trillingsbestendige lampen van het type Ba15s 10,2V 30W, geproduceerd door Narva Duitsland.
Het lamphuis. |
De lamphouder. Deze is van het type 15mm bajonet met enkelvoudig contactpunt (Ba15s). |
De mantel van het lamphuis. Deze voorkomt uitstraling van licht naar andere lenzen. |
De mantels zijn aan de achterzijde afgesloten met een rond metalen plaatje. |
De gloeilamp. |
Het sein is voorzien van 3 "gestapelde" lenzen. Op volgorde van binnen naar buiten:
De kleurenlenzen van binnenuit gezien. |
De gele kleurenlens. |
Van buitenaf gezien: de spreidingslens (heeft horizontale groeven aan de boven- en onderzijde) met daarachter de hotspot-lens (heeft diagonale groeven in het centrum). |
Van opzij is zichtbaar dat er per lamphuis 3 lenshouders achter elkaar op het sein aanwezig zijn. V.l.n.r: de houder van de kleurenlens (binnenste), de 40°-lens (middelste) en de 20°-lens (buitenste houder). |
De hotspot-lens staat schuin links omhoog gericht en zorgt ervoor dat het centrum van de lichtbundel deels afgebogen wordt. Dit maakt dat het laaggeplaatste sein ook bij zeer dichte nadering nog duidelijk waarneembaar is vanuit een (veel) hogere zitpositie in de cabine.
De spreidingslens (Engelse term: "deflecting roundel") staat horizontaal omhoog gericht. Deze spreidt de buitenste delen van de lichtbundel over een wijder gebied waardoor er in het horizontale vlak een veel bredere zichthoek ontstaat. Dit type lens wordt toegepast wanneer een sein in een spoorboog staat of wanneer het sein vanuit een spoorboog (dus deels van opzij) genaderd wordt. Het combineren van beide lenstypen zorgt voor een betere zichtbaarheid van het sein in bijzondere situaties.
Beide dwergseinen zijn nog voorzien van het oude model aansluitblok met 6 draadeinden. De interne aansluiting geschiedt met krimpogen, ringetjes en moeren.
Het aansluitblok binnenin een dwergsein. |
Afkomstig van station Zwolle is een vertreklicht met moderne behuizing. Dit exemplaar is geproduceerd in juni 2015 door Vialis. Van station Roermond is een klassiek model vertreklicht afkomstig. Dit type wordt steeds zeldzamer langs het spoor.
Vertreklicht met moderne behuizing, echter is dit exemplaar nog wel uitgevoerd met gloeilamp in plaats van LED. |
Vertreklicht met klassieke behuizing. |
De twee vertreklichten naast elkaar. |
In beide vertreklichten zitten gloeilampen van het type Ba15s 10,2V 15W Narva. Ook hier bevinden zich intern aansluitblokjes met draadeinden.
Dit project begon met het schoonmaken van de seinen. Na tientallen jaren dienst in weer en wind waren zowel de binnen- als buitenkant toe aan een grondige poetsbeurt. Daarvoor werden aan de binnenzijde eerst alle interne componenten uitgebouwd, welke later apart gereinigd werden.
Het binnenwerk van een LED-dwergsein zoals langs het spoor. |
Trafo's, afregelweerstanden, bekabeling en montages gestript. Alleen de lamphuizen en lenshouders zijn hier nog deels gemonteerd. De pakkingen van de lenshouders waren verkleefd en niet meer zonder schade te demonteren. Wegens het niet voorhanden hebben van reserveonderdelen is dat zo gelaten. |
Componenten zoals trafo's en weerstanden werden afgevoerd omdat ze in de nieuwe situatie overbodig zijn. Dat scheelt niet alleen tientallen kilo's gewicht, wat de hanteerbaarheid erg ten goede komt, maar verlaagd ook de complexiteit van het elektrisch circuit. Vervolgens werden de dwergseinen mobiel gemaakt door ze vast te bouten op stevige meubeltransporters.
Nu was het tijd om de seinen weer tot leven te wekken voor een nieuwe indienststelling. Standplaats: huiskamer.
Omdat het Nederlandse beveiligingssysteem van Amerikaanse origine is zijn de seinen langs het spoor aangesloten op 110 volt. In de seinbehuizing zitten eerdergenoemde trafo's en weerstanden die dat vervolgens omzetten naar circa 10,2 volt. Dat is het operationele voltage van zowel de gloeilampen als de LED-units.
Voor huiskamergebruik moesten hierin wat aanpassingen gedaan worden omdat de lichtbronnen anders veel te fel waren. Op Zwolle RGS stonden beide dwergseinen namelijk afgesteld op een zichtbaarheidsafstand van tenminste 200 meter. Een absolute overkill in de nieuwe omstandigheden.
In sein 46 trokken de originele 30 watt gloeilampen ook bij lagere spanning nog teveel stroom. Daarom zijn ze vervangen door R5W-lampjes (Ba15s 12V 5W). Deze lampjes hebben dezelfde fitting als het origineel maar een veel gepastere (lagere) lichtopbrengst. Ze zijn spotgoedkoop en verkrijgbaar bij automaterialenzaken. Het is een simpele oplossing die geen nadere aanpassingen vergt. Het resultaat: genoeg lichtopbrengst bij een zeer laag stroomverbruik.
In sein 26 valt niets te veranderen aan de LED-units zelf, maar kan de felheid tot acceptabele proporties teruggebracht worden door enkel de spanning te verlagen. Na enig experimenteren bleek 8 volt een goede waarde.
Deel 2 van het project bestond uit het weer operationeel maken van de seinen. Daarvoor stelde ik de volgende doelen:
In beide dwergseinen heb ik een gestabiliseerde 12V 3A voeding ingebouwd, aangesloten op een step-down buck converter. Dat geeft voldoende capaciteit om ook een vertreklicht aan een sein te kunnen koppelen en gelijktijdig te opereren.
De aansturing van het geheel geschiedt door middel van een Arduino Uno R3 gekoppeld aan een 4-kanaals MOSFET-bord. De FET's zijn van het type IRF540N welke zich laten bedienen door directe 5V signalen van de Arduino. Het MOSFET-bord heeft in geval van sein 46 12 volt als input, en bij sein 28 8 volt.
De step-down buck converter zorgt ervoor dat de 12 volt ingangsspanning naar 8 volt verlaagd wordt. Dit heeft twee redenen: om in beide dwergseinen de Arduino Uno van een gepast ingangsvoltage te voorzien, en om in sein 28 de LED-units minder fel te maken.
De aansturing binnenin een dwergsein. V.l.n.r.: de step-down buck converter, de Arduino Uno R3 en een 4-kanaals MOSFET-bord. De netstroomadapter (220V naar 12V) staat niet op de foto. |
Voor de Arduino heb ik een programma geschreven waarin mogelijke opvolgingen van seinbeelden voor een dwergsein gedefinieerd staan. Daarbij is uitgegaan van een sporenplan waarbij een dwergsein halverwege een perron staat met een A- en een B-deel. Bijvoorbeeld onderstaand de positie van dwergsein 98 of 116.
(bewerkt naar Sporenplan.nl)
Cycli van seinbeelden:
De Arduino kiest een willekeurige cyclus met daarbinnen een willekeurige duur (tussen de 30 en 120 seconden) van elk individueel seinbeeld. Zo kan cyclus 4 bijvoorbeeld worden: 46 seconden geel > 109 seconden groen met vertreklicht > 63 seconden rood. Als een seinbeeldencyclus afgerond is wordt een willekeurige nieuwe gestart.
Zie onderstaande video's van de dwergseinen en vertreklichten in actie.
Beide dwergseinen in werking met identieke seinbeelden. Het verschil tussen gloeilampen en LED's is hier duidelijk zichtbaar.
Een cyclus van sein 28 (LED) in combinatie met een vertreklicht.
Een cyclus van sein 46 (gloeilampen) in combinatie met een vertreklicht.
Begin 2015 kreeg ik via een connectie in de spoorbranche een seinnummerbord cadeau: 1472 van Utrecht Cartesiusweg. Een mooi bordje met een verhaal, want die bleek toebehoord te hebben aan een berucht dwergsein uit de recidivelijst van 2014 (5 STS-passages binnen 4 jaar, 2010-2013).
Eind 2019 kwamen daar 2 bordjes bij, afkomstig uit de verbouwing van station Naarden-Bussum eerder dat jaar. Nummerbord 24 komt van het voormalige bordessein dat aan de noordelijke inrijzijde van het station stond. Dat sein beveiligde onder andere de toegang tot spoor 3 en het overloopwissel naar spoor 2. In de nieuwe situatie is die positie komen te vervallen.
Het sein en nummerbord zijn zichtbaar op een video van een cabinerit (49:29). Links is nummer 24.
Ook uit Naarden-Bussum afkomstig is St33. Dat was het nummerbord van een stopontspoorblok aan wissel 33, welke spoor 6 (opstelspoor van de voormalige losweg) afsloot van het hoofdnet. Het emplacement was echter al vele jaren buiten dienst gesteld. Toeleidend wissel 33 en het stopblok waren beide geklemd.
Onderstaand nog een oud model reflectorbordje dat gebruikt wordt om seinen aan te kondigen langs de vrije baan.